24-09-2014

Motoriek

S over discotheken:
'Ik hield er helemaal niet van. Dat lawaai. Stond je te praten en dan liepen ze opeens weg om heel raar te gaan bewegen.'

23-09-2014

Liefde en maag

Vrijdag neem ik het vliegtuig naar mijn zus in New York. Nou kan mijn hele jeugd samengevat worden in het volgende.

Mijn moeder gaf me een doos stroopwafels voor haar mee.
De koffer met alleen de stroopwafels erin weegt exact 10.4 kilo. 

22-09-2014

Ook prima

Ik had me opgegeven voor een cursus portrettekenen omdat ik een elf op de muur van de datsja wil schilderen. Het lichaam gaat nog wel, maar zo'n elfenhoofd is toch echt een ander verhaal. 
De cursus wordt bij de kunstenares thuis gegeven. Er zaten mensen die al veel langer les hadden en me naar mijn achtergrond vroegen.
Ik begreep de vraag niet.
Bleken ze te willen weten hoeveel kunstacademies ik achter de rug had.
Ik bekende dat ik elfen wilde schilderen. Dat vonden ze niet gek.
Toen trok een vrouw haar kleren uit.
Ik had even gemist dat er naar naakt gewerkt ging worden. Misschien had ik niet goed gekeken naar de cursustekst. Maar mijn buurvrouw kwam ook voor het portret.
De juf meende dat het zou goed zijn als ik met het lijf begon. Langzaam aan naar boven werken.

20-09-2014

De grote kap

Mijn buurvrouw wilde me wel helpen met mijn kapdrift. Er was een uit de hand gegroeide boom die ik onmogelijk in mijn eentje weg kon werken. Mijn buurvrouw heeft last van hetzelfde als ik. Als ze eenmaal begint is ze niet meer te stoppen. En we houden allebei erg van licht. Dus brachten we een fijne middag door met zaag, touw en spierballen.

Voor:  
Tijdens:

Nog twee bomen over.

18-09-2014

Razende rat

Ik legde nog een boterham met pindakaas neer. En ja hoor. 's Avonds laat zat de rat in de kooi, maar ik durfde het beest niet in het donker buiten mijn tuin los te laten.
Dat werd geen rustige nacht. Soms rende hij rondjes. Af en toe piepte hij (ik dacht een noodoproep aan zijn partner, die hopelijk jammerlijk zou verzaken).
Ik voelde me schuldig. Troostte mezelf met de gedachte dat hij in ieder geval lekker gegeten had, en vroeg me af of ratten uitslapen.

De volgende ochtend ging ik met lood in de schoenen actie ondernemen.
De rat werd totaal krankzinnig als ik de kooi optilde. Hij rende rondjes als een circusartiest, en gilde de longen uit zijn lijf. Ik probeerde het een aantal keer, maar moest het proces steeds afbreken vanwege angst.
Belde E. Die adviseerde handschoenen. Goed idee. Ondanks alle stemmen in mijn hoofd wist ik mezelf niet te overstijgen. Dat gekrijs en woeste rondrennen. 


Dus ging ik op zoek naar een stoere man op het terrein. Die vond ik niet. Maar wel een stoere vrouw. We gooiden een lap over de kooi wat maakte dat het beest niet meer gilde toen hij werd opgetild. Dat scheelde bij mij een hoop stress. Zij durfde de kooi wel op te tillen, maar niet het deurtje te openen. Dus deed ik net of ik dat wel durfde. Beetje gelijke verdeling van de dapperheid leek me rechtvaardig.

Ik had wel gedachten over de rat die me naar de keel zou vliegen omdat ik hem een nacht had opgesloten. Maar sprak mezelf vermanend toe. Schrijversvisioenen. Ik kon er verder niet meer over nadenken want toen de kooi op de grond werd gezet, schoot het deurtje per ongeluk open. Ik heb een beest nog nooit zo snel zien wegschieten.

Ik was blij en opgelucht. Tot ik iemand sprak die me vertelde dat ratten altijd op dezelfde plek terugkeren. En nooit alleen zijn.
Voor hem hoop ik het niet, maar voor mij wel: zo'n groot trauma dat hij voorlopig niet op de plek van het onheil terugkeert.

17-09-2014

Toch knap

Nu de konijnen min of meer geweerd zijn uit de tuin (gisteren zag ik er nog een vrolijk rondhuppelen), dient het volgende beest zich aan: de rat. Groot, overigens. Hij liep ongegeneerd dwars door mijn tuin. Eergisteren lag ik de halve nacht wakker omdat er iets, ik denk die rat, aan mijn huisje aan het knabbelen was. Ik vroeg me af waarom.

In de konijnenvangkooi legde ik, naast de wortel en sla voor het konijn, een cracker voor de rat. Daar werd ik hartelijk om uitgelachen door mijn broer en zijn vriendin. Er moest iets rottends in. Maar dat had ik niet. Dus werd het een boterham met pindakaas. Dat vindt iedereen lekker.

Vanmorgen was de boterham weg. De kooi leeg.

16-09-2014

Genre

Ik vertel aan de boekhandelaar dat mijn verhalen tot mijn verbazing door iemand werden beschreven als Magisch Realistisch.
'Jouw verhalen zijn over het algemeen totaal onbegrijpelijk, dus dat snap ik wel.'
Hij denkt er nog even over na.
'Goede oplossing, om het zo te doen.'

15-09-2014

Einde hangmat

De dag ervoor had ik hem net op tijd gezien. De hangmathaak die ik hoog in een boom heb geschroefd. Ik had mijn zaag al in de stam gezet, maar werd op tijd wakker.
De dag erop was ik niet zo alert. Als ik eenmaal aan het kappen ben, moet ik echt afgeremd worden zodat ik nog wat tuin en bos overhoud.
Ik had mezelf niet in de hand. De boom lag al op de grond toen ik de haak zag.
Er is geen geschikte hangmatboom meer over. 

13-09-2014

Snel oud

Dat mijn leven sneller gaat dan ik besef, bewijst de uiterste houdbaarheidsdatum op een potje vitamine. Het zijn pillen waarvan ik weet dat ze zo'n beetje het eeuwige leven hebben. Toch had ik ze allemaal voor 11-2012 tot me moeten nemen.

12-09-2014

MRI

Voor de buis schoot ik in de stress. Ik had mezelf niet voldoende voorbereid. Bleek dat er een infuus gezet moest worden, was ik weer vergeten.
Ik had in mijn hoofd dat een MRI voor de borsten veel minder erg was dan voor mijn hart, omdat ik hierbij voorover lig en het makkelijk is te fantaseren dat de buis dubbel zo breed is.
Maar blijkbaar had ik er te makkelijk over gedacht en mezelf niet van te voren ingepraat dat ik dit weer rustig op geestkracht zou doen. Belangrijk, vooral omdat ik weet dat als ik me uit de machine zou laten halen ik er never nooit meer in zou gaan. En mijn hart wil ook elk jaar een update.

Ik ben een haas als het injecties of puncties of andere ziekenhuis (withuis) zaken betreft. Heb ik nota bene een heel kinderboek geschreven vol met tips en trucs, lukt het me zelf niet eens meer.
Het infuus (de prikin) zat, ik werd als een broodje de oven ingeschoven - de buis wordt daadwerkelijk warm, dus krijg ik onmiddellijk smeltfantasieƫn. Het oranje noodballetje heb ik stevig in mijn vuist geklemd. De tekst: 'We moeten de machine stopzetten als je drukt, dus het duurt dan even voor we komen,' maakte het er niet beter op.

Ik lig totaal gevangen op een rails (wat als je dik bent, vroeg ik me nog af) voorover met mijn armen gestrekt naast mijn lichaam. Per ongeluk til ik mijn elleboog een centimeter op. Ik raak de wand. Ik kan niet meer doen alsof de buis een ruimte is waar ik me met gemak ik kan omdraaien.
Het kostte me ongeveer tien minuten voor ik mezelf weer rustig had gepraat. De hele operatie duurde een half uur.
De verpleegkundige vraagt door de intercom of het nog gaat.
'Mag ik eigenlijk gewoon ademen?' (ik mocht niet bewegen van haar).
'Ja, graag.'
En slappe lach mocht ook niet.

11-09-2014

In de groei

Mijn broer haalt me op in zijn cabrio. We scheuren over de snelweg en ik zeg:
'Geweldig! Mijn haren wapperen weer!'
'Wapperen is een groot woord. Het deinst een beetje.' 

10-09-2014

Bij voorbaat dank

Het thema is dood. Daar gisteren met W een goed gesprek over gevoerd. Het was naar aanleiding van de documentaire Wakker in een boze droom, over drie vrouwen met borstkanker, die nogal heftig bij mij binnen kwam. Een van de vrouwen overlijdt.

We hadden het over het feit dat je het merkt als iemand gaat sterven. Alsof diegene zich al in zichzelf aan het terugtrekken is. De wereld om hem heen is niet meer van belang. Er wordt voorbereidend werk gedaan.
W vertelde ook dat als mensen gaan sterven de zijkanten van de neus invallen. Iets met de neusvleugels. Van dat detail was ik nog niet op de hoogte. Wel van de harde contouren van het skelet, en vooral de schedel die eigenlijk al niet veel menselijks meer heeft.

W wilde weten of ik bang ben om dood te gaan. Ben ik eigenlijk helemaal niet. Het is een beetje het standaard verhaal. Ik ben bang voor de pijn die ermee gepaard gaat, en de weg ernaar toe lijkt me ook zwaar (en intens mooi), maar de dood op zich, nee. Ik heb wel vertrouwen in die tunnel. Wat ik wel heel erg zou vinden is om nu, na al dat werk aan mezelf van al die jaren (en het overleven van de openhartoperatie en de chemo) de wereld te moeten verlaten. Net nu ik zo lekker op gang ben. Met mijn leven, mijn schrijven, alles.

Vandaag belde ik P om te vragen of zij vond dat ik meer angst voor de dood in mijn kinderboek moest stoppen. P is 85 of ouder, dat weet ik niet meer, was er duidelijk over:
'Dat vind ik een beetje gemierenneuk. Een kind weet toch niet wat het is.'
Ze had het meegemaakt. Een jongetje dat het wilde weten. Aan hem legde ze uit dat je dan ergens anders heen gaat. Maar dan kom ik toch wel terug? was het antwoord.

En om het verhaal rond te maken, kreeg ik vandaag een sms-bericht van het ziekenhuis. Dat ik deze week de MRI in moet voor controle. Had ik helemaal niet opgeschreven. En nu voel ik opeens die angst. Stel je voor dat we later tegen elkaar zeggen: weet je nog, een paar dagen voor die verkeerde uitslag... alsof je het voorvoelde.

EĆ©n ding. Mocht het zo zijn, koop dan wel mijn kinderboek. 

09-09-2014

Telefoontje

Ik heb een ad-hoc stalker. Diegene belt me niet elke dag, maar wel regelmatig. Op mijn normale telefoon. Er wordt niets gezegd. Vandaag zei ik voor de vorm na mijn naam en de stilte: 'Hallo?' en voelde me daar heel suf over. Net zo suf als acteurs die in de film - als er duidelijk al is opgehangen -  van de regisseur nog 'Hallo, hallo?!' moeten zeggen voor een zogenaamd dramatisch effect.

Meestal voel je wie degene is die je lastig valt. Ik heb een vermoeden. Maar om dat dan te zeggen als er weer gebeld wordt, voelt heel raar. Wat absurd is. Want waarom zou ik me moeten schamen als ik het bij het verkeerde eind heb?
Dat er dan alleen maar honend gelach door het apparaat galmt, zonder dat dat naar een persoon herleid kan worden.   
'O, sorry stalker, je bent niet A, B of C. Nou ja. Zo zie je maar. Nooit te snel oordelen.'
En dat de stalker dan denkt: wat een sukkel. 

08-09-2014

Hippie-af

E nam me mee naar een festival en bood me een pilletje aan. Ik vertelde dat ik nogal a-typisch op dit soort zaken reageer, dus stelde hij een halve voor. Ik aarzelde wel, maar nam hem toch. Alles meemaken. Je bent schrijver of je bent het niet.

Binnen de kortste keren draaide de wereld, hing ik slap voorover, kreeg ik wegtrekkers en tussendoor ouwehoerde ik als een speedy junk met ontwenningsverschijnselen, terwijl in een ander gedeelte van mijn hoofd een kristalheldere geest commentaar leverde op de dingen die ik zei en deed.
'Je mag niet weggaan, niet weggaan hoor!' Je bent helemaal niet bang. Stel je niet aan.
'Je doet het goed, jij doet het hƩƩl goed.' Dat weet hij ook wel.
'Ik ben gek aan het worden.' Onzin.
'Ik weet dat ik raar praat, ik weet het, ik weet het.' Het is waarschijnlijk nog veel gestoorder dan je denkt. 

E bleef godzijdank rustig, ondanks de andere helft die in zijn mik verdwenen was, en begeleidde me door deze moeizame uren.
Ik greep zijn handen en kneep ze fijn. Heel snel op en neer bewegend.
Hij klopte op mijn arm als ik out dreigde te gaan, zei: 'Hallo, ben je daar nog?' Ik was er nog, al wist ik zelf niet hoe. Op een gegeven moment in zo'n staat dat hij toch de EHBO erbij wilde halen. Maar gelukkig gedroeg ik me even in de richting van normaal zodat hij er weer vertrouwen in kreeg dat het vanzelf allemaal zou wegebben.
Het enige wat ik wilde was weg, ver weg van de muziek die keihard binnenkwam. Maar ik moest blijven zitten omdat ik anders door mijn benen zou zakken of flauw zou vallen. Die veronderstelling klopte wel, want toen ik eindelijk aan zijn arm mocht vertrekken, zakte ik vlak voor de auto in elkaar.

En nu maar hopen dat er in mijn volgende boek een junk voorkomt.

03-09-2014

Kampelogeren

W heeft zijn gloednieuwe lichtgewicht tent in mijn tuin opgezet. Hij gaat slapen op zijn nieuwe matje in zijn nieuwe slaapzak. Ik heb de deur naar de tuin opengelaten. We kunnen elkaar verstaan als we een beetje roepen. Maar ik krijg een app.
Dat hij heerlijk ligt. Als bewijs stuurt hij een foto waarop hij eerlijk gezegd ontzettend moeilijk in de lens kijkt. Misschien door de flits.
'De slaapzak is ook prima.'
'Het uitzicht ook.'
Om het enthousiasme wat te temperen app ik even terug:
'Nu slapen zegt de opzichter. Morgen om zeven uur op. Schoffelen. Harken. Dan pas koffie.'
'Neee! Ik ben gast! Koffie op bed!! En wakker gezongen worden!
Ik negeer hem.
Dan meldt hij dat hij over mij waakt. Dat is dan wel weer een prettig idee.


En omdat hij zo braaf had gewaakt, vond ik vanmorgen dat hij het schoffelen over mocht slaan. Ik was bezig met de koffie.
'Schoone Slaapster! Zijt gij reeds ontwaakt? Ga dan es als de sodemieter koffie zetten voor het mannetje!'
Hij doet er voor de duidelijkheid een afbeelding van een kop koffie bij.

02-09-2014

Sweet tooth

Op straat word ik begroet door de Perziƫr. Ik heb ooit een keer een kop koffie met hem gedronken. Hij is helemaal lyrisch over het feit dat hij mij weer ziet.
'Hoe lang geleden was dat?'
'Ik denk vijf jaar of zo?'
'Ik heb goed nieuws. Zullen we wat gaan drinken?'
'Nee.'
'Nee, niet nu. Een keer!'
'Ik heb slecht nieuws. Nee.'
'Waarom?'
Ik zwijg.
'Ik heb al die jaren aan je gedacht.'
'Dat is best lang.'
'Ik ben je naam vergeten.'
'En al die jaren aan mij gedacht?'
'Ik weet het niet meer.'
'Ik weet die van jou ook niet meer.'
'Ali.'
'Caroline.'
'Heb jij een vriend?'
'Ja.'
Verbazing. Die grenst aan het beledigende.
'Hoe lang al?'
'Een paar maanden.'
'Net te laat.'
'Ja, net te laat.'
'Is het een buitenlander?'
'Nee.'
'Heb je ooit een buitenlander gehad?'
'Ja.'
'Ik ben vergeten hoe jong jij bent.'
'49.'
'Dan was het 9 jaar geleden. Jij was 40. Een snoepje was je.'
Ik vind dat het tijd wordt om door te fietsen. 
Hij kust me. Ik hou het bij 1x.
'Dat geeft ongeluk. 1x.'
Ik lach hem uit.
'Het maakt mij niet uit. Maar het brengt ongeluk.'
Er komen er nog 2 bij.
'Een snoepje ben je. Een snoepje.'
Als ik wegfiets veeg ik mijn wangen droog.

01-09-2014

In de trein

'Dat zou jij ook doen als je van mijn leeftijd was in deze tijd.'
'Het is een beetje overdreven om te zeggen dat ik alcoholist ben.'
'Nee. Je bent alcoholist. Maar je kunt nog functioneren.'
'Ik zal niet oud worden.'
'Jij bent echt elke dag dronken. Maar dat hoeft toch niet. Dat is toch niet fijn?'
'Ik vind het wel fijn.'
'Ik vind het fijn om te weten hoeveel eenderde van honderd is. Jij dacht dat het 62 en een half was.'
'Ik ben echt bang om dood te gaan.
'Ik niet.'